Ik heb een zwak voor online communities. In het verleden heb ik in mijn professionele leven een community opgebouwd rond een open source project. Ik verwierf tussen augustus 2012 en september 2018 ook een stevige reputatie op Stack Exchange. Ook in mijn privéleven waren communities belangrijk. Vanuit het ter ziele gegane platform Netlog startte bijna spontaan de "Nijlpaard voor Kerstmis" actie waar toch ook honderden mensen bij betrokken waren.
Vandaag amuseer ik me in een community van mensen die graag schrijven op schrijvenonline.org. Je krijgt er elke week een opdracht van een schrijfcoach (er wordt met een beurtrol gewerkt) en wie die opdracht (vrijblijvend) uitvoert, krijgt een weekje later feedback van de desbetreffende schrijfcoach. Sinds opdracht #222 op 29 november 2018, heb ik onafgebroken elke week een stukje ingezonden. Gisteren leverde ik voor de 38ste keer een tekstje af, maar ik schreef het vanuit een dubbel gevoel.
Een community bestaat typisch uit een bonte mix van mensen. Er is ergens wel een punt van overeenkomst die de leden met elkaar verbindt, zoals de liefde voor open source of interesse in schrijven, maar voor de rest zijn er vaak grote verschillen wat achtergrond en karakter betreft. Dat maakt het vaak boeiend, maar af en toe ook lastig.
Zo zou je kunnen verwachten dat een schrijfcoach op schrijvenonline.org door als schrijfcoach op te treden een ietwat groter commitment heeft dan een gewoon lid van de community. Impliciet wordt van een coach verwacht dat hij of zij onbevooroordeeld en zonder ook maar enige vorm van discriminatie elk lid van de community op een gelijkwaardige manier beoordeelt. In mijn ervaring doet elke schrijfcoach elk op zijn of haar eigen manier moeite om zich van die taak te kwijten, behalve één:
Bij deze coach beperkt het commitment zich tot wat ze "voor de lol" kan doen. In mijn geval ontbreekt die lol volgens haar totaal, wat ervoor zorgde dat de stukjes Seance (24 juli), Klein Pinkje (8 mei) en Hellevator (3 april) geen feedback kregen van de coach die de opdracht verzon. Hoewel dit op zich niet erg is, heeft het wel een zeker effect op de schrijfvreugde te weten dat je iets schrijft waar de coach sowieso haar neus ophaalt, niet omwille van het stukje zelf, maar gewoon omwille van de naam waaronder je het stukje inzendt.
Gisteren kwam er weer een opdracht van deze schrijfcoach: Psychologische verandering.
Schrijf een stuk tekst (het hoeft niet per se een compleet verhaal met kop en staart te zijn) waarin de hoofdpersoon een psychologische verandering ondergaat. Dat kan meerdere oorzaken hebben: dementie, een naar boven gekomen trauma of misschien wel iets heel anders. De moeilijkheid schuilt erin ervoor te zorgen dat de verandering bij de lezer overkomt, maar zonder dat het er al te dik bovenop ligt. Probeer het binnen de 500-600 woorden te houden.
Ik heb ervoor gekozen een dialoog te schrijven met heel wat tongue-in-cheek humor die misschien enkel als dusdanig herkend zal worden door mensen die vertrouwd zijn met de schrijvenonline.org community. Ik neem het niet in mijn "drie verhaaltjes" reeks op, omdat het er eigenlijk buiten staat.
‘Je krijgt maar één kans om een goede eerste indruk te maken en ik vrees dat je die verknald hebt bij Katja de Vries.’
‘Tja, zo ben ik nu eenmaal. Klinkt het niet, dan botst het. In het geval van Katja botste het.’
‘Vind je het niet jammer dat ze elk ingezonden stukje van commentaar voorziet, behalve wanneer het door jou geschreven is?’
‘Pff… Dat ze mijn stukjes niet wil lezen, zegt meer over haar dan over mij.’
‘Ze denkt waarschijnlijk hetzelfde over jou als jij over haar.’
‘Dat zou best wel eens kunnen.’
‘Je lacht er nu wel mee, maar vind je dat niet jammer?’
‘Ik maak me er weinig zorgen om. Hoe iemand zich op het internet gedraagt, verschilt vaak heel erg van hoe een persoon in werkelijkheid is. Het merendeel van de mensen die me lezen weet dat. Zij verwarren niet wat ik online schrijf met wie ik in het echte leven ben.’
‘Ik weet het zo nog niet. Er zitten soms toch vreemde mensen op het internet.’
‘Daar heb je gelijk in en ik kan het weten, want ik ben er verschillende van.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Gewoon wat ik zeg. Ik heb op verschillende forums verschillende identiteiten onder verschillende schuilnamen. Zo is één van de Twitteraccounts die ik onder een alias beheer populairder dan mijn eigen, persoonlijke Twitteraccount. Gek hé.’
‘Je meent het!’
‘Uitloggen als Bruno Lowagie en inloggen als mijn alter ego, zo gemakkelijk gaat het om van persoonlijkheid te wisselen op het internet. Je kunt dit ook in het echte leven proberen, maar dat is moeilijker vol te houden.’
‘Het zou dus kunnen dat Katja de Vries weigert stukjes te bekijken die je in eigen naam inzendt, maar stukjes die je onder een pseudoniem publiceert wel bespreekt…’
‘…als was ik net zoals ieder ander persoon op schrijvenonline.org? Dat zou best wel eens kunnen. Ik zei toch al dat haar boycot meer zegt over haar dan over mij.’
‘Maar je gedraagt je anders als je onder pseudoniem schrijft.’
‘Ik ben wel dezelfde persoon.’
‘Volgens mij zegt dat ook iets over jou.’
‘Dat zegt over mij dat ik erin slaag rekening te houden met de gevoeligheden van andere personen als ik daar moeite voor doe.’
‘Doe je daar moeite voor?’
‘Waarom zou ik dat niet doen? Zelfs al verschil je diametraal van mening met iemand, het is altijd leerrijk je in de andere persoon te verplaatsen om te achterhalen waar het meningsverschil vandaan komt.’
‘Als iemand mij niet aanstaat, doe ik gewoon zoals die Katja, dan mijd ik die persoon.’
‘Tja, dat is natuurlijk ook een mogelijkheid, maar het is een zwaktebod. Als je tegengestelde meningen uit de weg gaat, bevestig je alleen maar je eigen oordelen, ook als dat vooroordelen zijn. Je afsluiten is de beste manier om nooit een nieuw idee te ontdekken en nooit iets nuttigs bij te leren.’
‘Ondertussen ontwijk jij wel handig de opdracht van de week.’
‘Hoezo?’
‘Het hoofdpersonage in je stukje moet een psychologische verandering ondergaan.’
‘En wie is het hoofdpersonage in dit stukje, denk je?’
‘Ben jij dat dan niet?’
‘Nee hoor, het draait niet altijd rond mij. Het hoofdpersonage is dit keer Katja de Vries. Geeft ze commentaar op dit stukje, dan heb ik de opdracht goed volbracht, want dan heeft ze een psychologische verandering doorgemaakt die haar ertoe bracht te reageren.'
'Wat als ze geen commentaar geeft op je stukje?'
'Dan moet het wel goed zijn, niet?’
'Je bent een dondersteen, Bruno.'
'Dank je voor het compliment!'